Bibliotheken zijn volgeschreven over toezicht en de toezichthouder.
In de media struikel je over alle artikelen die de misstanden in toezicht aan de kaak stellen en de roep naar nieuwe eigentijdse toezichthouders wordt steeds luider.
Je verwacht dat je ook een duidelijk beeld kan vinden hoe die nieuwe toezichthouders er uit zien.
Maar dan verstomt het…… het blijft stil, op wat algemeenheden na.
De voor de hand liggende –technische- eigenschappen van zo’n persoon (zoals; -strategisch, -helicopterview, – kritisch, – onafhankelijk, etc. ) worden eigenlijk teniet gedaan door de koppeling met houding en gedrag.
Uiteindelijk valt of staat de kwaliteit van toezicht met hoe de individuele persoon het invult, met al zijn menselijke gebreken.
Het lijkt mij boeiend om uit te zoeken waar het DNA van die nieuwe toezichthouder nu uit zou moeten bestaan. Dus naar de gedragskenmerken; welke kenmerken maken kwetsbaar, zeker onder druk/stress. En welke kenmerken, die zorgen voor een flow, zijn van nature aanwezig?
En zoeken naar die diepere laag; Waarom? Wat is de drijfveer van iemand om toezichthouder te worden?
Als we weten wat ons beweegt, inzicht hebben in ons gedrag en met aandacht kijken naar dat van anderen, zou de wereld er anders uitzien. Daar ben ik van overtuigd.
Ken jezelf en ken je organisatie en haar stakeholders. Wees bereid in de spiegel te kijken, niet zoals Narcissus om jezelf te verheerlijken maar om ook je kwetsbaarheden te zien. Dat is de boodschap. Maar hoe maak je dit verhaal zo duidelijk/tastbaar dat het een groot publiek bereikt/raakt? Hoe verleid je toezichthouders in de spiegel te kijken en hoe equipeer je hen om optimaal toezicht te houden?
Dat is de maatschappelijke uitdaging en de kunst daar nu woorden/beelden voor te vinden.
Hanske Plenge
Narcissus, Arnold Houbraken, 1688 uit de collectie van het Rijksmuseum